Orgel
Orgel
Het Hinsz orgel in de Hervormde Kerk te Driezum
Huidige dispositie
BijzonderhedenHet Hinsz-pijpwerk is ondanks de vele minder gelukkige reparaties in de geschiedenis van het orgel goed geconserveerd. Bij gebrek aan voldoende aanwijzingen is er bij de jongste restauratie van afgezien een mogelijk oorspronkelijke toonhoogte te reconstrueren. De Fluitdoes 8’ is een hele toon enger van mensuur dan de Holpijp 8’. De opsneden zijn laag geweest en zijn in 1997 naar gevonden aanwijzingen als zodanig gereconstrueerd.
GeschiedenisDe bouwBinnen een tijdsbestek van 21 jaar, tussen 1762 en 1783, maakte de orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz acht nieuwe orgels voor kerken in Fryslân. Deze orgels kunnen in drie categorieën worden verdeeld: orgels met Hoofdwerk, Rugwerk en vrijpedaal, orgels met Hoofdwerk en Rugwerk, en orgels met één manuaal. Uit elke categorie is één instrument maatgevend gebleven voor Hinsz’ kunstenaarsschap. Van de laatst genoemde categorie heeft het orgel van Dantumawoude altijd de terechte aandacht gekregen. Het orgel van Driezum speelde nooit een rol van betekenis in dit geheel. Het bestond, maar ook niet meer dan dat. Oorzaak hiervan was de gebrekkige staat waarin het zich decennia lang heeft bevonden. Hierdoor was het orgel dan ook absoluut niet presentabel. Nu het echter is gerestaureerd, eist het zijn plaats onder de historische Friese orgels op. Kort na de bouw van de kerk in 1713 is er sprake van een orgel. Het betrof waarschijnlijk een huisorgel, dat van de schoolmeester werd gekocht. Onderhoud hieraan werd niet uitgevoerd. In 1778 is de staat van dit orgel zo slecht, dat besloten wordt tot de bouw van een nieuw orgel. Aan de orgelmaker Hinsz wordt in 1782 opdracht gegeven een orgel te maken ‘van deselve swaarte als dat van Damwolde’. Het orgel is uiteindelijk groter geworden. Het orgel van Dantumawoude telt 8 registers en kostte 1500 gulden, het orgel van Driesum kreeg 11 registers en heeft 2250 gulden gekost, exclusief de kast. Uit de betalingen in het rekeningboek van de kerkvoogden weten we wie aan de bouw van het orgel hebben meegewerkt. C.J. Eisma maakte de orgelkast, terwijl J.Yges Rintjes het snijwerk maakte. F. Roeland sneed de ‘kroon’ op de middentoren en enig ander snijwerk. Op 27 augustus 1783 werd het orgel in gebruik genomen. Gerrit Muizelaar, organist van de Martinikerk te Sneek, keurde het orgel en gaf de eerste bespeling.
Overzicht in jaartallen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| terug | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||



26-10-2025
om
09:15